Een lieve, grappige, slimme meester of juf, die ook wel eens een foutje maakt.
En….waaraan je kunt zien dat lesgeven leuk is!
Vraag het aan kinderen en je weet meteen waar het allemaal om draait. Kinderen zeggen waar ’t op staat, in klare taal. Betere adviseurs kun je niet hebben. Hoe mooi is het dus als je de opdracht krijgt om een groep kinderen te begeleiden die mogen meedenken over onderwijsbeleid in de de komende jaren. Voor Talent Primair ging ik hiermee aan de slag. Strategisch beleidsplan? Voor de kinderen is meteen duidelijk dat dat gewoon gaat om “Afspreken wat je de komende jaren wilt gaan doen om de scholen nog beter te maken”.
Op een vrijdagmiddag kwam een grote groep kinderen van verschillende scholen bij elkaar. Ze waren nog geen kwartier binnen of we konden al starten met een levensgrote SWOT (sterkte zwakte analyse). Vier grote vakken op de vloer: groene “Gaat goed”, rode “Kan beter”, blauwe “Kans” en oranje “Best lastig”.
Groen was gezellig vol bij Mijn meester / juf kijkt goed naar wat ik al kan en waar ik hulp bij nodig heb. Helder: dat gaat al prima!
Ik mag mijn eigen leerdoelen stellen; Ik weet wat ik kan en wat ik nog moet leren. Nu staat iedereen in een mum van tijd op een andere plek. Daar valt hier en daar nog wat winst te halen.
Ik mag zelf weten wanneer ik welke taak maak in de week, als ik aan het einde van de week m’n doelen maar behaald heb. “Nou, als kinderen snel klaar zijn weet je nooit of ze het echt snappen. Misschien hebben ze gewoon zin om iets anders te doen.”
“Je moet wel alles een keer oefenen hoor, maar soms moet je iets afmaken dat best veel werk is, terwijl je het allang snapt. Dat vind ik zonde van de tijd.”
Bij een stelling over het leren van elkaars verschillende geloven en culturen zijn kinderen behoorlijk eensgezind: dat kan gewoon beter!
“Een minpunt van onze school is dat er geen verschillen zijn. Daarom komen we weinig te weten over andere culturen. En dan kan je “raar” tegen andere mensen aan gaan kijken.
Kinderen reageren snel. Ze nemen hun standpunt in, zonder zich druk te maken om wat een ander denkt, zonder hun punt te willen scoren. En, ook heel verfrissend, ze zijn in staat om goed te luisteren naar een ander en van mening te veranderen. “Oh, ja, dat wist ik eigenlijk niet maar vind ik ook”! Hup, ze staan op een ander plek. Kom daar bij volwassenen maar eens om. In hoeveel discussies heb je je standpunt van tevoren al bepaald?
Op naar de volgende stap. Stel…. je wordt morgen wakker en ….. daar staat opeens jouw droomschool. Hoe ziet die eruit?
Een grote behangrol uitgerold, hier en daar een handvol dikke stiften neergelegd en in korte tijd ontstond daar die kleurrijke droomschool, met heldere aanbevelingen en praktische tips.
Waarom bouwen we niet meer verdiepingen op elkaar, zodat we veel meer ruimte hebben in de school? Een kantine met gezond eten, afval scheiden, een schooltuin, geen stoeptegels, dieren, een lekker sportveldje. Veel ruimte om te bewegen, maar ook om juist heel stil te kunnen werken. “Ik wil niet de hele dag in hetzelfde lokaal zitten. Het lijkt me leuk om voor verschillende vakken andere lokalen te hebben, net als op de middelbare school”.
En …. Zeker geen robot voor de klas!
Kinderen zijn veel minder dan volwassenen bezig met hoe de technologie zich verder ontwikkelt, voor hun is dat een gegeven. Het is er en het zal steeds weer veranderen. Technologie is er om je te helpen. Kinderen denken na over het contact dat ze hebben met hun leerkracht, met andere kinderen, met andere volwassenen. Iets moeilijks duidelijk uitleggen waardoor je het snapt, ook een beetje ontspannen en grapjes maken tussendoor. Dat is en blijft mensenwerk volgens onze adviseurs.